Van oratorio naar luxe bed en breakfast
Vandaag onze tweede ervaring met een oratorio: een slaapgelegenheid voor pelgrims, min of meer geregeld vanuit/door de kerk. Aan de buitenkant ziet het gebouw er niet onaardig uit en trouwens, het is vijf uur, we hebben de hele dag gelopen en er is volgens mijn gidsje helemaal niets anders in dit dorp. We lopen achterom, staan voor een deur waarop een drietal bordjes. Geen van de drie zegt iets over slaapgelegenheid voor pellegrini. Wat nu? Achter ons gaat in een ander deel van het gebouw een deur open en worden we geroepen. Meekomen, gebaart de baas en wij volgen hem naar binnen en vervolgens de trap op. Vloer en uiterlijk van het geheel hebben wel wat weg van een sportkantine. Dat zou zo maar kunnen want er is achter dit gebouw een sportveld. De baas brengt ons naar een ongezellig ogende zaal waar een drietal bedden staan, matrassen op een onderstel. De matrassen vertonen scheuren en zakken fors door. Er hangen aan de wanden van het door een tl buis ongezellig verlichte zaaltje tekeningen en zelfgemaakte affiesjes. Zo te zien van de plaatselijke kindernevendienst of catechese. Er staat wel een reuzengroot tv scherm, zo één waar onze (schoon-) zoon(-s) graag voetbalwedstrijden op kijken, maar wat feitelijk veel te groot is voor een doorsnee huiskamer (althans volgens hun partners). Evelien heeft het moeilijk, moet ik hier slapen?? Ik praat op haar in over loslaten, accepteren en het is toch donker straksen zo meer, maar het zet weinig zoden aan de dijk. Weet je wat, we kijken nog eens even zelf in het dorp. Misschien is er toch nog iets comfortabelers. We lopen, ongedoucht naar buiten, de straat op. We zijn nog geen 100 meter weg of we worden nageroepen. Stoppen, omdraaien. Twee mannen, een wat oudere heer met een bleek gezicht en redelijk priemende ogen en een kleiner, gezellig ogende rondbuikige, in halflange korte broek gestoken type. De laatste, Antonio, begint meteen in het italiaans tegen me. Oeps. Zeg dat nou langzaam in het Frans, zegt de ander. Nee, zegt Antonio, ik weet dat ie italiaans verstaat. Dat heb je er nou van, denk ik,als je italiaans, hoe krom ook, praat tegen ieder die je tegenkomt. Maar goed, waar het op neer komt is dit: of evelien en ik zin hebben om met hem Antonio mee uit eten te gaan samen met nog iemand, in het plaatselijke restaurant. Totzover wat ik begrijp. Wat ik niet begrijp is of hij ook een pelgrim is (en wie zou dan die vierde zijn?) of dat hij de eigenaar van het oratorio is. Hij heeft het namelijk steeds over de sleutel, die in zijn bezit is en wanner hij weg is, dan kunnen wij er niet meer uit. Dat lijkt ons ook niks. We gaan mee eten zeggen we, om half acht. Daarna mengt de ander zich in het gesprek. Hij spreekt op langzame, harde en doordringende toon Frans, alsof we een langzaamlerend, licht doof stelletje kinderen zijn. Hij is de plaatselijke huisarts, in ruste. We moeten beslist het kapelletje van de plaatselijke heilige Santa Cristina gaan bekijken. Hij duidt het ons uit. Ja hoor, we lopen toch, zullen we doen, braaf en gehoorzaam als wij zijn opgevoed.Wij lopen verder, kijken stiekem achterom of hij ons nog ziet. Kunnen we er nog onderuit? Of is dat not done voor ee eerlijke pelgrim? Hoewel hij weg is lopen we toch door naar het kapelletje en bekijken het. Binnenin, naast een beeld van Cristina zien weeen klein ossuarium, zo'n bottenverzameling. En wie komt daar aan op zijn fiets? Juist ja, de dokter. Goed dat we toch hierheen gelopen zijn, denk ik nog. Hijblijkt thuis de sleutel van het hek te hebben gehaald, want hij wist niet of dat open was. Op zijn in- en doordringende wijze vertelt hij nog eens over de kapel en haar ontstaansgeschiedenis. Zien we die schedels in dat bottenhuisje? Ja, nou en of. Zien we die ene waarop het schedeldak rondom doorgesneden is? Ja, die zien we ook. Iets met een moord misschien?, probeer ik. Welnee, zegt de dokter trots, dat heb ik gedaan.Hè, u?Ja, ik mocht dat lichaam besturderen nadat de betrokkene gestorven was. ik wilde graag de hersens bekijken en hoe de zenuwen lopen naar deogen en de neus. Hij doet alles voor en wijst alles aan. Vlak voordat hij weggaat, vraagt hijonsplotseling of we voor hem en zijn familie in de Sint Pieter willen bidden. Dan draait hij zich heel snel om, ontroerd zo lijkt het wel, en fietst snel weg.
's Avonds eten we bij de Chinees. Hoewel, het is een ristorante/pizzeria, maar wordt gerund door een jonge chinese familie. Ook het raadsel van de vierde eter aan tafel wordt opgelost: het is de vrouw van Antonio en ze zijn beiden doorgewinterde wandelaars en zijn nu ook op pelgrimstocht naar Rome. Antonioraadt ons de spaghetti alla scoglio aan. Spaghetti met schaaldieren. Op zijn eigen manier vergezeld van een volle lach,vraagt hij aan de ober herhaaldelijk of er veel vis in het gerecht kan. Wanneer we de spaghetti op tafel krijgen is er inderdaad sprake van een ongehoord rijke spaghetti: inktvisjes, mosselen, vongole, jakobsschelpen, grote en kleine garnalen, gamba's, het kan niet op. Voor 8 euro! Is alle spaghetti alla scoglio zo royaal, vraag ik hem. Welnee, zegt hij, ik heb gezegd dat ik de oom van de dokter ben envoor hem willen ze zich vast niet laten kennen. Enals je het over de duvel hebt....... daar stapt de dokter binnen. Hij heeft twee zwart wit kopietjes vaneen bidprentje van Sante Cristina bij zich.We zijn met meer, want ook twee franse pelgrims die in het oratorio zijn binnengekomen en een duitser eten mee.Wacht, de dokter weet raad. Hij fietst terug naar huis en komt even later metnog eenprentje terug. Nu in kleur, de echte zal ik maar zeggen.Die weet evelien even later hem te ontfutselen. Hij geeft ons ook een door hemzelf gemaakt gebed en vraagt nu aan allen die naar Rome gaan, dat te bidden bij het graf van de vorige paus. Op de achterkant van het getypte gebed staat in een gelijkmatig maar zeer beverig handschrift zijn naam en adres. Dan gaat hij weer. Na koffie, grappa en limoncello gaan wij ook. Van de scheuren in de matras zien we nu toch niets meer. Gelukkig voor Evelien.
De volgende morgen vertrekken we in de stromende regen. Meteen een bar binnen om teontbijten. Dan verder, richting Po.Daar hebben we om twee uur een afspraak met de veerman, die met ons in een speedboot in sneltreinvaart de vier kilometer overbrugt naar de andere oever. Het eerste wat hij ons geeft als we aan boord stappen is een handgeschreven briefje van onze mede reisgenoot Andreas, uit Duitsland, met wie we nu al en aantal keren hebben gegeten en intensief gesproken. Vanavond om 1900 uur bij de Dom in Piacenza? Dat waren we eigenlijk niet van plan en ook hebben we, ook met hem, al eerder afgesproken dat we geen verplichtingen aangaan. De veerman wijst ons echter een kortere weg en dan scheelt het gauw anderhalf uur lopen. Toch maar doen dan? Toch maar doen.We moeten dan wel een droogstaande rivier oversteken, die ongeveer zo breed is als de Waal, maar daar staat geen water in, zegt hij. Ik kijk ongelovig, drie dagen regen en dan geen water? Geen water, zegt hij beslist. En inderdaad, in die hele brede bedding blijkt later maar een miezerig stroompje van een meter breed te staan. daar kunnen we, met enige moeite, nog wel overheen. In Piacenza vallen we na Santa Cristina met onze neus in de boter: centraal in de stad, op de zesde verdiepingboven een winkelpassage vinden weeen net geopende B & B, met een heel hartelijke eigenaresse, schitterend ingerichte kamer en gang, fraai uitzicht en we zijn de enige gasten. 's Avonds praten we met Andreas tijdens het eten over het (terug-) vinden van je eigen kracht, je eigen ik.En hoewel het eten tegenvalt vergoedt het gesprek veel.
Cor
Reacties
Reacties
Lieve Cor en Evelien
Ik zit nu bij de computerclub, dus even een berichtje
Met mij gaat alles goed. Ik ben wel jaloers op jullie
reis. Wat maken jullie veel mee. behalve jou voeten Cor. Daar ben ik niet jaloers op. Met mij gaat alles goed
Het wordt jullie reis allemaal uitgedraaid Dus ik kan het met gemak lezen. Op Texel heb ik een enige week gehad. Jasmijn is een paar keer geweest. gezellig !!!
Ik ga 13 oktober naar Janneke. Paul is op de middag vrij en dan gaan wij naar de markt, en dan ga ik om 2l.oo uur weer terug. Want ze hebben geen logeerkamer, dat wordt de babykamer. Nu ga ik weer sluiten, want ik ben nu bezig met computeren,Lieve schatten een hele dikke kus van mij,hou je goed het laatste eindje. Groet van de computerclub Mama
Cor en Evelien,
Een prachtige prestatie!
Geniet van Rome.
Adrie & Henk
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}