pelgrimstochten van Cor en Evelien

De kerk in

Op zo'n tocht als de onze kun je niet om kerken en kapelletjes heen. Ten eerste staan er honderden kapelletjes of wegkruisen langs de wegen die we lopen en ten tweede komen we in plaatsen waar al eeuwen lang vanuit die kerken voor pelgrims werd gezorgd. Dat deed men door hostels te bouwen en hen onderdak en eten te verschaffen. Die kerken staan er nog steeds, vaak zijn ze open, zeker in Italie, veel minder in Frankrijk en Zwitserland. We hebben inmiddels een aantal malen diensten meegemaakt en ik moet zeggen dat we heel wisselende ervaringen en gevoelens daarbij hadden. In Frankrijk maakten we een avonddienst in een grote kerk mee, waarbij er twee voorgangers waren en wijzelf. Basta, meer niet. Evelien vond dat een zeer zielige vertoning; ik was onder de indruk van de trouw van die twee. Dat ze gewoon doorgaan! Op de Sint Bernardpas maakten we meerdere diensten mee, ik schreef daar al eerder over. Er werd mijns inziens veel te veel gesproken, te weinig ruimte voor stilte.Op het moment dat een broeder gezegend met een mooie stem Laudate omnes gentes inzet, is er ineens een gevoel van verbondenheid. We kunnen mee doen en doen dat ook. Dat geldt trouwens ook voor de eucharistie, we lopen gewoon mee in de rij naar voren. Wat ons opviel tijdens meerdere diensten was het elkaar geven van de vredesgroet: voor ons vreemden uit de rij voor , naast of achter ons, reiken ons de hand en wensen ons vrede toe. Wij doen dat ook naar hen toe. Op zo'n moment is er ook een gevoel van verbondenheid.

Jong geleerd, oud gedaan, maakten we ook mee. Op zaterdagmorgen kwart voor acht, brengt oma haar kleinzoon en kleindochter van zo'n jaar of 6, 7 aan de hand naar school. Allebei de kinderen hoeven niet te sjouwen, maar hebben voor hun schoolspullen een speciaal wagentje. Zo'n boodschappen karretje op wieltjes wat je achter je aan trekt, zal ik maar zeggen. Overdreven wat mij betreft, maar vooruit. Wanneer oma langs de openstaande deuren van de kerk loopt, stopt ze. Ze zegt tegen haar kleindochter aan haar rechterhand, dat ze ook moet stilstaan, haar schoolspullenkarretje moet loslaten, met haar gezicht richting open deuren moet gaan staan en een kruisje moet slaan. Kleindochter doet dat zonder morren, vast niet voor de eerste keer. Het wonderlijke is dat de kleinzoon verstoken blijft van deze opdracht en gewoontevorming. Waarom?

Soms ervaren we zo'n dienst als eenschouwspel (toneelstuk?). Zo maakten we de vespers mee in de abdij van San Antimo. De negen veelal franse monnikken zingen de liturgie helemaal in het Gregoriaans. Nou vinden we alle drie, Evelien en ik en Andreas, die ook aanwezig was, dat vaak erg mooi. Dus, zijn we met elkaar daarheen gegaan. Het opstaan en zitten van de broeders en van het kerkvolk zoals wij, gebeurd op voor ons onduidelijke momenten. Op een gegeven moment zijn we ook maar blijven zitten. De broeders, voorin de uiterst sobere kerk, zitten in banken die naar elkaar gericht zijn en niet naar de kerkruimte. Er wordt gebogen, richting altaar, richting eigen kerkbank en men gaat weer zitten. En dat meerdere malen in de dienst. Er is een broeder die met hulp van een soort mondharmonica de toon zet, zodat de voorzanger meteen zuiver kan inzetten. Wanneer hij bij een lied de juiste toon niet te pakken krijgt, wordt er zachtjes gesouffleerd. Een monnik die klaarblijkelijk vergeet te buigen naar het altaar, wordt door zijn medebankzitter terecht gewezen. Hij staat op, buigt alsnog en gaat weer zitten. Er is ook een vrij stevige, gezette monnik bij die voor in de kerk op een whiteboard de juiste bladzijde opschrijft. Kan iedereen de goede pagina vinden en meedoen. Hijzelf kan echter in zijn liederenboek de juiste pagina maar niet vinden. Hij bladert heel wat af, spiekt, zingt weer mee en is dan weer de draad kwijt. Als hij de bank uitstapt om de kaarsen uit te blazen en dat iets te schielijk doet, stuitert hij bijna tegen een veertiende eeuwse pilaar aan. Tja en dat is wel humoristisch eigenlijk. Kijk, je merkt het al aan wat ik schrijf, tijdens die vespers was ik veel en veel meer toeschouwer, dan deelnemer. Ik wilde wel, maar het lukte me niet. Dat kan aan wat ik nu maar even oneerbiedig de poespas noem liggen, het kan natuurlijk ook aan mijn eigen gerichtheid (of de afwezigheid daarvan) gelegen hebben.

Met Andreas, een medepelgrim uit Duitsland, die we allebei ervaren als soulbrother en door wie en dankzij wie we veel goede gesprekken en ervaringen hebben, met Andreas dus spreken we er later nog over. Hij heeft bijhet Augustijnerklooster waar wij ook sliepen een heel vervelende betuttelende ervaring gehad. Op zijn vraag aan een broeder of hij misschien even de computer mocht gebruiken die op die kamer stond, werd hemgezegd dat computers er niet voor pelgrims zijn. Is er dan een internetcafé in de stad, wilde Andreas weten. Dat weet ik niet sprak broeder abt eneigenlijk verwachten wij ook dat de pelgrims die hier zijn er helemaal gen gebruik van willen maken. Pelgrims en computers horen niet bij elkaar. Op zo'n moment is de vertegenwoordiger van de kerk buitengewoon paternalistisch en bevoogdend. De kerk weet wat goed voor u is. Tsssssss. Andreas is nu ookkort en duidelijk: ik ben een heel eind weg van de kerk geraakt en dat vind ik prima, maar dat wil niet zeggen dat ik me ver weg van God verwijderd voel. Kijk en daar kun je dan als pelgrims, met een goed glas wijn weer een hele avond over doorpraten. Dat hebben we dus gedaan.

Cor

Reacties

Reacties

Gea

Dag Stappers!

Wat een ervaringen! Heel bijzonder. Dank voor jullie mooie reisverhaal en nog heel veel mooie momenten tijdens dit laatste traject!
(eind oktober gaan wij ook weer genieten van het prachtige Toscane)

Veel groeten uit Baarland!

Jasmijn

Morgen over een week zijn jullie THUIS!!!!! Jaaaa dat is een fijn vooruitzicht :)!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!