pelgrimstochten van Cor en Evelien

Ons boek "Asfalt en cappuccino" is klaar!

'Asfalt en cappuccino' komt uit!

Ons boek over de voettocht naar Rome is af en komt binnenkort uit. We hebben het manuscript door diverse uitgevers laten lezen en laten beoordelen door een gespecialiseerd bureau. Hun conclusie: een erg goed leesbaar boek, vlot geschreven, met veel informatie, verhalen en aandacht voor de emoties. Hoogte- en dieptepunten worden herkenbaar beschreven op een manier die voor de lezer die niet eerder zo'n tocht maakte invoelbaar is.

In het boek hebben we ook veel verhalen en ander materiaal verwerkt wat niet eerder op de site werd gepubliceerd.

Het boek telt in totaal 250 bladzijden waarvan 14 pagina's met kleurenfoto's.

Wil je vanuit je luie stoel ook zo'n tocht beleven, reserveer dan nu alvast een exemplaar. Zodra de boeken van de pers komen, sturen we je een exemplaar toe. Mail naar ons privé adres: corku@zeelandnet.nl en vertel hoeveel exemplaren je wil bestellen. Betalen hoeft nog niet.

De voorintekenprijs is slechts € 15,50 (excl. verzendkosten). Na verschijning gaat het boek

€ 17,50 kosten (excl. verzendkosten).

Hartelijke groet

Cor en Evelien

Naar huis

Voordat we onze reis begonnen, hadden we er goed over nagedacht: we wilden in een weekend thuiskomen om onze kinderen en partners de mogelijkheid te geven samen met ons de thuiskomst te vieren. En we wilden graag een paar dagen in Rome doorbrengen. Hoewel we al eens eerder in Rome waren is en blijft het een fascinerende stad. Het leek ons ook goed om een paar dagen als een soort overgang van de tocht naar het meer gewone leven te gebruiken. Zeg maar een soort sluis om van het ene niveau naar het andere niveau te komen. Nou, die fraaie en rationele gedachten kwamen niet uit!Eigenlijk wilden we allebei het liefste op woensdag meteen naar huis. maar ja, ik had een dag of tien eerder een terugvlucht geboekt op vrijdag vanwege het thuiskomen in het weekend, dus dat ging niet zomaar. We hebben uiteindelijk twee dagen door Rome gelopen, gezworven en gezeten, maar ervan genoten hebben we niet. Wat een herrie, lawaai, stank. En is er wel een tijdstip waarop er géén tientallen groepen toeristen, voorafgegaan door van komische uithangbordjes voorziene gidsen, door de eeuwige stad rondlopen? We voelden ons geen toerist, nog steeds pelgrim en dan is de weg veel meer ons thuis, dan dit eindstation. Toen we op donderdagmorgen van het ene naar het andere slaaponderkomen gingen, deden we dat lopend, rugzak op. Kijk en dat beviel meteen weer buitengewoon goed. Dat gevoel was er ook op vrijdag toen we vanuit het hotelletje naar het station Termini liepen. Zullen we doorlopen naar het vliegveld, vroegen we voor de grap aan elkaar. Toch maar niet gedaan.

Op vliegveld Eindhoven stond ons ontvangstcomité al klaar: kinderen, kleinkind eneen spandoek!Hartelijke, emotionele omhelzing: we zijn weer thuis! Snel naar huis gereden. De laatste twee kilometer naar huis wilden Evelien en ik lopend afleggen, hand in hand, zoals we ook, hoe lang geleden lijkt dat nu, op 26 juli vertrokken. We lopen ondanks de koude in onze korte broek, mar wel met onze geweldige softshell aan. Het gaat ook nog even regenen, maar we lopen gewoon door. Vlak voordat we het dorp binnenlopen stopt er een ons tegemoetkomende auto. Het raampje wordtnaar beneden gedraaiden een ons onbekende vrouw feliciteert ons hartelijk met het halen van Rome en heet ons weer hartelijk welkom thuis. Ze heeft, zo zegt ze, onze hele tocht gevolgd en is er erg van onder de indruk. Dan rijdt ze weg, ons in opperste verbazing (en trotse blijdschap ook ja) achterlatend. Wie was dat? Dorpsgenoot? Iemand die onze website heeft gevolgd, maar hoe kent zij die site dan? We kennen haar werkelijk niet. Toch is het geweldig leuk om zo verwelkomd te worden. dat wordt nog leuker wanneer even later Jaap, onze vriend die samen met Jeanne, zijn vrouw een paar dagen met ons meeliepen, ons achterop rijdt. Hartelijke omhelzing en kussen! Het laatste stuk lopen we weer hand in hand verder. Onze oudste zoonkomt ook net aanrijden met Nelleke en hun twee kinderen. We roepen de naam van de jongste die net bij vader jelte uit de auto stapten Hester van (bijna) 3 komt meteen parmantig aangerend. Ze struikelt nog nèt niet over haar eigen benen. Ik klop even bij Frank, de buurman op de ramen. Hij staat te koken en is verrast ons te zien. Een snelle blik in de tuin, hoe ziet die eruit (erg goed trouwens!) en dan zijn we thuis, met alle vier kinderen, partners en kleinkinderen. Zoals bij ons gebruikelijk is het dan ook meteen een geweldige drukte van belang. ik sleep stoelen aan van boven, er wordt koffie gemaakt, eten wordt opgewarmd, taart klaargezet. Speelgoed wordt van boven gehaald en de poezen vluchten voor dit lawaai naar buiten.Iedereen vertelt van alles, nu eens is er één die alle aandacht heeft, dan wordt er in twee, drie groepjes gepraat.We vertellen over onze ervaringen en zeggen erbij dat we in de komende weken nog wel veel meer kwijt zullen willen.De ervaringen zijn nog te vers en te onaf om al een volmaakt afgewogen antwoord te geven opwelke vraag dan ook. Als je dat al zou willen, volmaakte, afgewogen antwoorden geven!Er is voor eten gezorgd en voor een paar flessenprosecco. Van het vliegveld heeft Evelien een fles Aperol meegenomen en we kunnen dus ook ons pelgrimsdrankje maken: Spritz! We zijn weer thuis, maar denken nog met zoveel weemoed terug aan de tocht, aan de weg, aan de ervaringen, de ontmoetingen. Met name die tientallen reacties van mensen op onze site en onze verhalen, hebben ons verbaasd, verrast en soms,gesteund. Familie, vrienden, bekenden, collega'smaar ook volstrekt onbekenden reageerden op de verhalen of de foto's. We gaan ze hier niet allemaal opnoemen, maar sommigen hadden precies op een voor ons cruciaal moment een bijdrage. Toeval? Ikzelf heb zelden gereageerd wanneer ik op de site van de één of andere pelgrim terecht kwam, maar ik heb nu ervaren hoe waardevol zo'n reactie kan zijn. Ik zal m'n leven beteren!

De weg, metafoor voor de levensweg, dat is wat we de afgelopen weken in alle volheid hebben ervaren. Hoewel je wat mij betreft niet persé zo'n lange tocht hoeft te maken als wij, zou ik iedereen aanraden om deze ervaring ook op te gaan doen. Het is een bevrijdende en verrijkende ervaring. We zijn mensen van de weg.

Cor en Evelien

Eindpunt

Vandaag op 13 oktober precies toen de klokken van de Sint Pieter twaalf uur sloegen liepen we het drukke Sint Pietersplein op. Zonnig, warm, overal hekken waarbinnen honderden stoelen staan (voor een openluchtmis of zo?) en wij daar in het midden. Het wordt Evelien een beetje te machtig en de tranen vloeien. We houden elkaar vast. Even later worden we op de schouder getikt: Andreas! We omhelzen elkaar en we voelen ons nog meer als de laatste weken met elkaar verbonden. Zo worden we toch nog verwelkomd. We halen ons Testimonium op, wat heel fraai klinkt, maar eigenlijk een kale, koude, bureaucratische afwikkeling is. Dat ze daar niet meer werk van maken. Wij en de andere pelgrims hebben nogal wat afgezien en komen dan aan, blij, trots, verdrietig en is er niemand achter zo'n bureau die zich daarover uitlaat, meevoelt. Het komt toch uiteindelijk op jezelf neer. We<sms' en naar de kinderen en de antwoorden komen vlot terug. Daarna op zoek naar een slaapplek voor de nacht. Dat werd nog heel lastig, maar uiteindelijk vinden we wat. 's Avonds eten we samen met Andreas. Evelien heeft een prachtige speech in het Duits voorbereid en we geven Andreas een aandenken. Hij op zijn beurt meldt dat er iets naar ons huis gestuurd zal worden. Spannend. We hebben, zoals gebruikelijk, een intensief gesprek, dit keer overfamilie en hoe om te gaan met mensen die jou aan de kant (lijken te ) zetten. Wat betekent dat voor je kinderen? Ook hier openbaart zich de Seelenverwantschaft. We spreken af dat we elkaar snel weer zullen zien. We slapen in hetzelfde onderkomen en gaan dus gezamenlijk terug. Morgen vertrekt Andreas heel vroeg met de trein naar huis terug. Op de gang voordat we de slaapzaal binnengaan omhelzen we elkaar nogmaals. Wat een miracolo della pelligrinatio is dat toch!

Evelien en ik blijven nog enkele dagen in Rome en vliegen vrijdag ook terug naar huis.

PS. Omdat we nog echt even van Rome willen genieten en daarvoor alle tijd willen nemen, is dit laatste bericht meer een bericht dan een aardig verhaal. Dat wordt in ons boek anders!!

Cor

Ospitalità e piu

Italie blinkt in veel dingen uit: haar keuken, het landschap, het klimaat en niet te vergeten de cappuccino. Daarnaast is er nog iets anders wat wij nu al weken achtereen ervaren: gastvrijheid, of op z'n italiaans ' ospitalità'. Die gastvrijheid wordt verstrekt door veelal kerkelijke clubs of kloosters en het is (meestal) een genot om dat mee te maken. Laat ik je er eens even deelgenoot van maken.

We komen aan in Monteriggioni, een prachtig klein stadje, geheel ommuurd, met poorten en torens en bovenop een heuveltop. Een groot bord geeft aan dat er in een huis naast de kerk onderdak aan pelgrims wordt gegeven. Wij erheen. De beheerder is er al en begint meteen te praten: Waar komen we vandaan, waar gaan we heen, willen we water of koffie? Hij schuift stoelen bij en we praten wat. We geven hem onze paspoorten en hij vertelt dat de prijs voor een overnachting 10 euro is voor pelgrims die,zoals wij al langer dan vijf weken onderweg zijn. Nou dan hadden wij wel geld toe kunne krijgen! Maar goed. Willen we vanavond eten? Prima, graag zelfs. Een plaatselijke matrone zal voor 5 euro voor ons koken. Uitstekend idee. Op de tafel in zijn burootje ligt allerlei informatie, die we kunnen meenemen of inzien. 's Avonds, is ook Andreas gearriveerd en het nederlandse stel uit Zonnemaire (Frans van 72!! en Loes), en een duits stel. Die laatsten worden tijdens de maaltijd door ons toegezongen want ze blijken die dag hun 10 jarig huwelijksfeest te vieren. De fles spumante is dan ook snel leeg. Andreas, die dacht een rustige nacht te hebben, zo alleen op zijn kamer, blijkt na een korte rondgang door het stadje inwoning van vier anderen gekregen te hebben. Hij komt bij ons op de kamer slapen. In Ponte d' Arbia treffen we een groot gebouw, met douche en alles er op en eraan en een behulpzame beheerder, Giuseppe. Hij toont ons andere routes, laat kaarten zien, geeft tips over waar wel en waar niet te eten. Hij stempelt ons pelgrimspaspoort af, geeft ons de sleutels en vraagt of we die morgen op de tafel willen laten liggen. maar wel de deur goed dichttrekken! Dat beloven we. Giuseppe vertrekt weer. Andreas en wij hebben het rijk alleen. We eten aan de overkant en onze rekening wordt met 10% verlaagd omdat we pelgrims zijn. Kijk, daar houden nederlanders van! In Bolsena slapen we bij de zusters van het heilig Sacrament. Volgens mij kent de katholieke kerk een aantal sacramenten en ik weet niet van welk sacrament de zusters zijn. Het zou zomaar het sacrament van de welgemeende vriendelijkheid kunnen zijn, want hoewel het gebouw aan de buitenkant streng oogt, is er van binnen één en al vriendelijkheid en aandacht voor ons, pelgrims. Als we aanbellen worden we in een zijkamertje neergezet en wordt ons water en koekjes voorgezet. Ons paspoort krijgt twee beverige stempels. De zuster, die erg klein is (en later blijkt dat voor nog een aantal bewoners te gelden), de zuster geeft ons ook een bidprentje met de vrouwelijke heilige, die als jonge vrouw gemarteld en wel vroegtijdig de dood vond endie in de kerk aan de overkant van het pleintje wordt vereerd. Dan neemt ze ons mee naar de buitendeur. Aan de wand zit een soort lichtknopje. Kijk, zegt ze, hierop drukken, zo, en ze doet het voor en daarna met je platte hand op deze knop drukken. Ze drukt ferm met haar platte, witte, kleine hand op een rode knop die op het indrukwekkende slot op de deur zit. Ik hoor een klik en de deur springt open. Oké, dat snappen we, zeggen we. Maar zo gauw is ze niet tevreden! Nu jij, gebiedt ze. gehoorzaam voer ik de zojuist voorgedane handelingen uit en ook bij mij springt de deur, gelukkig, open. En nu naar boven, naar de douche? Nee, fout. mee naar buiten. Naar buiten? Jazeker en buiten herhaalt zich de sleutelprocedure. De zuster trekt de deur dicht en steekt de sleutel in het slot: let op, zegt ze, un quarto a direita (een kwartslag naar rechts) en dan loslaten. Nu de deur even licht naar je toetrekken en ja hoor, weer die klik. We kunnen er, bijna, weer in. Bijna, want uiteraard moeten wij dat ook nog een keer laten zien. Ook dat lukt. Trots en blij met het behalen van ons italiaanse sleuteldiploma gaan we trap op. De zuster vraagt voordat ze weer naar beneden gaat een beetje schuldbewust of het voor ons mogelijk is om een gift van 10 euro per persoon te betalen voor logies en ontbijt? Geen probleem, zo verzekeren wij haar. In een aantal van deze onderkomens wordt zelfs dat niet van je gevraagd, maar staat er een kistje met gleuf waar je je gift in kwijt kunt. 's Morgens om zeven uur is de zuster alweer op, net als wij. Ze wijst ons de ontbijttafel in een kale streng ogende ruimte. Wat meteen opvalt is de grote koffieautomaat. Je kunt het zo gek niet verzinnen, alle italiaanse koffiesmaken kun je eruit tevoorschijn halen. Kosten: 50 eurocent. We halen onze portemonnee al tevoorschijn, als zuster vriendelijk nee schudt. Ze houdt ons een doosje voor, wat op de tafel naast de automaat staat: daar liggen allemaal halve euromunten in en die kunnen gebruiken. ook hier doet ze voor hoe je het geld in de gleuf doet en hoe het bekertje eruit gehaald dient te worden. Aan tafel wens ze ons een goede tocht naar Rome en wenst ons dat dat de Heer ons zal bewaren. Dat alles doet ze met een zachte vriendelijkheid die ongekend is. Misschien zullen er mensen zijn die er niet van houden, die dit allemaal te glad vinden, die denken wat een zijden sok. Wij hebben zo langzamerhand de overtuiging gekregen dat de wereld en heel stuk beter af zou zijn met een heleboel van deze 'zijden sokken' dan met wat er nu soms rondloopt of de lakens uitdeelt. En het is precies deze vriendelijkheid zonder iets terug te verwachten, die wedag in dag uitervaren wanneer weop deze gastvrije plekken overnachten.Op de ene plek liggen lijsten met overnachtingsmogelijkheden voor de rest van de tocht klaar, elders wordt aangewezen waar de koffie staat en hoe de wasmachine werkt. We mogen, als we dat willen, tegen belachelijk lage bedragen 's avonds mee eten als we dat willen, er liggen uitgedraaide kaarten klaar voor de volgende etappes. Altijd handig voor types, zoals ik, die zijn routeboekje verliest. Dat alles gebeurt met eenvanzelfsprekende virendelijkebelangeloosheid die ons vaak met enig schuldgevoel achterlaat. De katholieke kerk als instituut is nog steeds in Italieeen machtsblok zonder weerga, maar deze gastvrije, dienende kant is ook een deel van die werkelijkheid. Kunnen wij ons iets dergelijks in ons land voorstellen?

Cor

De kerk in

Op zo'n tocht als de onze kun je niet om kerken en kapelletjes heen. Ten eerste staan er honderden kapelletjes of wegkruisen langs de wegen die we lopen en ten tweede komen we in plaatsen waar al eeuwen lang vanuit die kerken voor pelgrims werd gezorgd. Dat deed men door hostels te bouwen en hen onderdak en eten te verschaffen. Die kerken staan er nog steeds, vaak zijn ze open, zeker in Italie, veel minder in Frankrijk en Zwitserland. We hebben inmiddels een aantal malen diensten meegemaakt en ik moet zeggen dat we heel wisselende ervaringen en gevoelens daarbij hadden. In Frankrijk maakten we een avonddienst in een grote kerk mee, waarbij er twee voorgangers waren en wijzelf. Basta, meer niet. Evelien vond dat een zeer zielige vertoning; ik was onder de indruk van de trouw van die twee. Dat ze gewoon doorgaan! Op de Sint Bernardpas maakten we meerdere diensten mee, ik schreef daar al eerder over. Er werd mijns inziens veel te veel gesproken, te weinig ruimte voor stilte.Op het moment dat een broeder gezegend met een mooie stem Laudate omnes gentes inzet, is er ineens een gevoel van verbondenheid. We kunnen mee doen en doen dat ook. Dat geldt trouwens ook voor de eucharistie, we lopen gewoon mee in de rij naar voren. Wat ons opviel tijdens meerdere diensten was het elkaar geven van de vredesgroet: voor ons vreemden uit de rij voor , naast of achter ons, reiken ons de hand en wensen ons vrede toe. Wij doen dat ook naar hen toe. Op zo'n moment is er ook een gevoel van verbondenheid.

Jong geleerd, oud gedaan, maakten we ook mee. Op zaterdagmorgen kwart voor acht, brengt oma haar kleinzoon en kleindochter van zo'n jaar of 6, 7 aan de hand naar school. Allebei de kinderen hoeven niet te sjouwen, maar hebben voor hun schoolspullen een speciaal wagentje. Zo'n boodschappen karretje op wieltjes wat je achter je aan trekt, zal ik maar zeggen. Overdreven wat mij betreft, maar vooruit. Wanneer oma langs de openstaande deuren van de kerk loopt, stopt ze. Ze zegt tegen haar kleindochter aan haar rechterhand, dat ze ook moet stilstaan, haar schoolspullenkarretje moet loslaten, met haar gezicht richting open deuren moet gaan staan en een kruisje moet slaan. Kleindochter doet dat zonder morren, vast niet voor de eerste keer. Het wonderlijke is dat de kleinzoon verstoken blijft van deze opdracht en gewoontevorming. Waarom?

Soms ervaren we zo'n dienst als eenschouwspel (toneelstuk?). Zo maakten we de vespers mee in de abdij van San Antimo. De negen veelal franse monnikken zingen de liturgie helemaal in het Gregoriaans. Nou vinden we alle drie, Evelien en ik en Andreas, die ook aanwezig was, dat vaak erg mooi. Dus, zijn we met elkaar daarheen gegaan. Het opstaan en zitten van de broeders en van het kerkvolk zoals wij, gebeurd op voor ons onduidelijke momenten. Op een gegeven moment zijn we ook maar blijven zitten. De broeders, voorin de uiterst sobere kerk, zitten in banken die naar elkaar gericht zijn en niet naar de kerkruimte. Er wordt gebogen, richting altaar, richting eigen kerkbank en men gaat weer zitten. En dat meerdere malen in de dienst. Er is een broeder die met hulp van een soort mondharmonica de toon zet, zodat de voorzanger meteen zuiver kan inzetten. Wanneer hij bij een lied de juiste toon niet te pakken krijgt, wordt er zachtjes gesouffleerd. Een monnik die klaarblijkelijk vergeet te buigen naar het altaar, wordt door zijn medebankzitter terecht gewezen. Hij staat op, buigt alsnog en gaat weer zitten. Er is ook een vrij stevige, gezette monnik bij die voor in de kerk op een whiteboard de juiste bladzijde opschrijft. Kan iedereen de goede pagina vinden en meedoen. Hijzelf kan echter in zijn liederenboek de juiste pagina maar niet vinden. Hij bladert heel wat af, spiekt, zingt weer mee en is dan weer de draad kwijt. Als hij de bank uitstapt om de kaarsen uit te blazen en dat iets te schielijk doet, stuitert hij bijna tegen een veertiende eeuwse pilaar aan. Tja en dat is wel humoristisch eigenlijk. Kijk, je merkt het al aan wat ik schrijf, tijdens die vespers was ik veel en veel meer toeschouwer, dan deelnemer. Ik wilde wel, maar het lukte me niet. Dat kan aan wat ik nu maar even oneerbiedig de poespas noem liggen, het kan natuurlijk ook aan mijn eigen gerichtheid (of de afwezigheid daarvan) gelegen hebben.

Met Andreas, een medepelgrim uit Duitsland, die we allebei ervaren als soulbrother en door wie en dankzij wie we veel goede gesprekken en ervaringen hebben, met Andreas dus spreken we er later nog over. Hij heeft bijhet Augustijnerklooster waar wij ook sliepen een heel vervelende betuttelende ervaring gehad. Op zijn vraag aan een broeder of hij misschien even de computer mocht gebruiken die op die kamer stond, werd hemgezegd dat computers er niet voor pelgrims zijn. Is er dan een internetcafé in de stad, wilde Andreas weten. Dat weet ik niet sprak broeder abt eneigenlijk verwachten wij ook dat de pelgrims die hier zijn er helemaal gen gebruik van willen maken. Pelgrims en computers horen niet bij elkaar. Op zo'n moment is de vertegenwoordiger van de kerk buitengewoon paternalistisch en bevoogdend. De kerk weet wat goed voor u is. Tsssssss. Andreas is nu ookkort en duidelijk: ik ben een heel eind weg van de kerk geraakt en dat vind ik prima, maar dat wil niet zeggen dat ik me ver weg van God verwijderd voel. Kijk en daar kun je dan als pelgrims, met een goed glas wijn weer een hele avond over doorpraten. Dat hebben we dus gedaan.

Cor

Wat, nu al???

Wat, nu al? Maar dat is nog maar twee weken! Dat was mijn eerste buitengewoon verbaasde reactie toen we de nog komende etappes doornamen en zagen dat de afstand naar Rome zienderogen aan het slinken was. Onderweg zagen we inderdaad wel op steeds meer borden Roma verschijnen, maar ja in je gedachten is dat dan nog ver weg. Nee dus! We zouden hoogstwaarschijnlijk binnen twee weken in Rome staan. En daarmee het einde van deze tocht bereikt hebben. Dat riep meteen twee, tegenstrijdige gevoelens bij mij op. Aan de ene kant vind ik het wel mooi geweest. We zijn meer dan 70 dagen van huis weg, het is wel genoeg geweest. Ik voel me intussen een ' echte' pelgrim en hebvolop de tijdgehad om allerlei dingen te bedenken. En dat heb ik ook gedaan. Ik heb een aantal thema's en aandachtspunten uit deze weken gehaald, die voor mij deze tocht buitengewoon waarde- en zinvol hebben gemaakt. Maar daarover later meer. Mijn pelgrimstocht zouwat mij betreft overmorgen afgelopen kunnen zijn. Daar komt bij dat ikook wel weer graagnaar m'n eigen huis, de kinderen, de tuin terugga.

Er is echter, zoals zo vaak, nogeen tweede kant. Ik zou op deze manier, zo met Evelien nog veel verder en langer willen doorlopen. Je kunt je als thuisblijver en niet - wandelaar (hoewel er volgens ons een groot verschil zit tussen een wandelaar en een pelgrim), niet voorstellen hoe vrij dit leven is. Je hebt alles wat je nodig hebt bij je, op je rug. En wat verrassend weinig kan dat zijn. De vrijheid, de rust en ruimte die we elke dag ervaren wanneer we over de heuvels lopen, zijn thuis moeilijk vast te houden, dan wel terug te vinden. Ik voel me de laatste weken steeds meer 'opengaan', spreek her en der italianen aan en bekommer me er absoluut niet om dat mijn italiaans niet al te best is. Het is een geweldig gevoel van vrijheid - los- van-elk-moeten en dat is echt onbeschrijflijk bevrijdend. Ook het langzame ritme, het ritme van mijn eigen hartslag, van mijn adem, het ritme hebben we teruggevonden. Noem het het levensritme, het ritme van het universum, van de karavanen, van de pelgrims. Dat alles ( en veelmeer) zullen Evelien en ik ontzaggelijk missen wanneer we weer thuis zijn.

We sms'en naar huis over onze terugreis datum, leggen die terugreis vast. Dat is nog een hele kunst om te zorgen dat je daarna de volgende dag niet meteen met je gedachten bij thuis aan het lopen bent. Op een bepaald moment gebeurde dat toch. En dat heeft, zeker bij Evelien een dag of twee geduurd, voordat we weer thuis op de weg waren. Maar hoe we het ook wenden of keren, over een week of wat zit deze tocht erop. We betrappen ons erop dat we al wat aan het evalueren en het samenvatten zijn. Dat helpt trouwens ook goed om die duizenden indrukken en ervaringen vast te houden en te plaatsen. Nu gaan we nog twee weken volop genieten van het laatste stuk Toscane en daarna naar Lazio.

Cor

Onderweg zijn.......

De eerste dagetappe door de Appenijnen stopt in Medesano. Het is zaterdagmiddag en het dorp is uitgestorven. Behalve dan op het terras van een barmidden in het centrumpje van dit dorp. Het zit er vol met mannen van middelbare leeftijddie in groepen druk aan het kaarten zijn. Er wordt niet veel genuttigd, de tafels zijn leeg, behalve de speelkaarten dan. Het oratorio is ernaast, maar gezien onze eerdere ervaringen, besluiten we om toch maar een hotel te zoeken. We vragen de weg naar een hotel en gaan die richting uit. Maar als blijkt dat we nog zeker een kilometer of vier zullen moeten lopen besluiten we om toch terug te gaan naar het oratorio. We worden daar vriendelijk ontvangen en krijgen een uitstekende kamer met 3 bedden. Er blijkt ook een wasmachine te zijn, waar we gebruik van mogen maken. Hiep hiep hoera, na 5 weken handwas is een machinewasje geen overbodige luxe. Als we naons gebruikelijke biertje op het kaartspelende terras terugkomen op onze kamer blijkt dat we niet meer de enige pelgrims zijn. Er zijn 2 Franse pelgrims in 'onze' kamer neergestreken. Er bleek nog een vierde matras te zijn en een van de Fransen ligt dus op de grond, daarmee is het kamertje echt vol maar het gaat allemaal net. De heren maken 's nachts de nodige snurkgeluiden, dus mijn nacht is wat minder goed, maar voor een keertje is dat niet erg. De volgende dag gaat het verder bergopwaarts naar Sivizzanano waar we een een kamer gereserveerd hebben in een agriturismo. Deze blijkt op een prachige plek te liggen, buiten het dorpje. Even later zitten we buiten op een eenvoudig houten bankje voor het huis te genieten van de stilte die hier heerst. Lange tijd zitten we hier zonder iets te zeggen, rondom ons de bergen en een fles prosecco onder handbereik. Mooie gedachten komen erdan tevoorschijn. Het eten 's avonds is geweldig lekker. Antipasti van de zwarte varkens van de eigenaar, spek, worst, ham,.salami, zo mals dat het op je tong smelt. Zijn vrouw is trots op haar zelfgemaakte tagliatelle en terecht, het is heerlijk. Die nacht wordt de stilte verstoord door eenenorm onweer wat zo gezellig tussen de bergen blijft hangen. Als we 's morgen vertrekken is het weliswaar droog maar het ziet er niet naar uit dat dat zo zal blijven. Wel jammer want de nevel en laaghangende bewolking ontneemt ons het uitzicht in dit prachtige gebied, juist nu werichting de top zullen gaan. Na een uur lopen krijgen we inderdaad een enorme hoosbui over ons heen. Maar een uur later is het gelukkig weer droog en blijft het tijdens het lopendroog. In Berceto zoeken we een slaapplek, het seminarie blijkt het gesloten en ook het plaatselijke hotel is dicht die dag. We worden verwezen naar een trattoria die ook kamer verhuurd. Net voor het weer begint te regenen zitten we droog in ons kamertje op een bed dat weer doet vermoeden dat we met rugpijn zullen opstaan de volgende morgen. De volgende dag vertrekken we vol goede moed. Er staat ons 25 km. asfalt te wachten. De eerste 8 km. gaan tot de top en de overige kilometers gaan zigzaggend naar beneden naar Pontremoli. Zoals ons boekje die dag toevallig zegt met een tekst van Jacoline, de weg, ons deel. De weg recht, de weg krom, de weg om de bocht, de weg even stoppen, de weg verder weer..... De zon is inmiddels weer tevoorschijn gekomen en we zijn echt blij als we aan het eind van de middag beneden zijn. Een etappe om snel te vergeten.....De volgende twee dagen zijn geweldig mooi. Weliswaar heuvel op en heuvel af, soms pittige klimmetjes nog, een prachtige route waar we erg van genieten. In Aulla slapen we weer in een oratorio en weer samen met de 2 Fransen. We worden ontvangen door Don Giovanni met water, frisdrank, koekjes en snoepjes en een mooie stempel voor in ons paspoort. In Pietrasanta, een sfeervol stadje trouwens,slapen we bij de 'zusters' Clarissen. Zij hebben een speciaal klein gebouwtje met plek voor 4 pelgrims: 2 stapelbedden en een prima badkamer.Wij zijn die nacht de enige gebruikers. Van Pietrasanta is het een lange wandeldag naar Lucca. In ieder geval de eerste helft is weer een mooie route door het begin van het Toscaanse landschap. Nu we inmiddels verder zijn, weten we dat het nog mooier worden kan!!! Op Lucca hebben we ons verheugd. Ooit waren we er met kinderen tijdens een zomervakantie. Het blijkt veel groter te zijn dan we in onze herinnering hadden, maar nog net zo sfeervol, en ook druk en erg toeristisch. We hebben er afgesproken met Andreas. Een kleine week hebben we elkaar niet meer gezien onderweg of tijdens de overnachtingsplekken. Dus tijdens de gezamelijke maaltijd hebben we elkaar veel vertellen. Bovendien hebben we een erg inhoudelijk en boeiend gesprek over 'kracht'. Waar haal jijj je kracht-energie vandaan en wat of wie ontneemt jou kracht-energie.Het wordt laat die avond en moe rollen we ons bed in in de jeugdherberg van Lucca. De volgende dag hebben we een vrij korte etappe naar Altopascio, dus die ochtend brengen we nog een bezoek aan de Dom en drinken we nog uitgebreid een capucinno op een terras op een mooi piazza. We lopen nu volop te genieten van het prachtige Toscaanse landschap. Wat is het toch mooi hier. Door de druivenvelden, waar de oogst al in volle gang is. Gelukkig hangen er nog wel een paar mooie trossen om van te snoepen. Wijnhuizen, waar in grote containers de druiven al zitten te gisten. Maar ook zomaar in het veld staan de containers met druiven te gisten. Je ruikt het al van verre.Over de landweggetjes rijden de trekkers met de druivenoogst af en aan.Volop olijfgaarden, al bijna rijp om geoogst te worden We gaan over heuvels (de een wat hoger dan de ander), op de heuveltoppen vaak een dorp of stadje, prachtige vergezichten en zon: het is weer heel erg warm, ruim 35 graden. Vanochtend zijn we op weg gegaan naar San Gimignano, een korte etappe van 14 km. Zo vroeg als vanochtend zijn we nog nooit weggegaan. Om 6.00 uur opgestaan, ontbeten in een bar en om 7.00 uur liepen we Gambassi uit. Het was al 20 graden om die tijd. De mooiste ochtend van deze 66 dagen lopen, een geweldige zonsopgang, een wonderschone route. In één woord fantastisch.En nu dus in dit mooie, door toeristen overlopen, stadje. We slapen dit keer bij de Augustijnen, in een heuse 'slaap'cel met een klein raampje wat zicht geeft op de, helaas slecht onderhouden, kloosterhof. We hebben het goed.

Liefs, evelien

Bijzondere ontmoetingen

Van tevoren hadden we allebei het idee dat we veel bijzondere ontmoetingen zouden meemaken, zouden ervaren. waar we dan aan dachten? Dat was veel minder helder. Nu, na zoveel weken, kunnen we die verwachtingen een beetje beter plaatsen: we maken bijzondere dingen mee, grotere en kleine, vaak kleine (het zijn de kleine dingen die het doen) en we ontmoeten bijzondere mensen.

Zomaar een paar voorbeelden:

1. Carlo in Tromello.

Wanneer we na een dag rijstvelden in de Povlakte Tromello binnenlopen en op een terras neerzijgen worden we aangekeken door de hele aldaar aanwezige mannelijke bevolking. Of we uit een andere wereld komen. Misschien is dat ook wel zo. Wie loopt er nou vanuit Italie naar ons land? Je zou wel gek wezen, zie je ze denken. Er komt nog een mannelijke inwoner aan, op de fiets. Hij stopt bij ons terras: zijn jullie pelgrims, vraagt ie. Ja, dat zijn wij, beamen we. AH, ik ben Carlo, kan ik iets voor je doen? Heb je water nodig? Nee, antwoorden wij en we wijzen op onze waterzakken en de zojuist geleegde blikjes Red Bull. Carlo lijkt wat teleurgesteld. Heb je een pelgrimspaspoort. Si, zeggen we. Heb je al een stempel? Nee en ik denk er achteraan, eigenlijk hoeft dat nog niet want dat doen we pas aan het eind van de dag. Maar gaandeweg heb ik geleerd bij de dag te leven en te anavaarden hoe de dingen lopen (en dat is nou eenmaal niet altijd zoals ik graag zou willen of gepland had). Ik pak onze al aardig volgestempeldecredenziali en geef ze aan Carlo. Hij springt op zijn fiets en gaat er vandoor ons in enige verwaaring achterlatend. In tien minuten is ie terug, met stempels.Hij schuift aan en we praten wat. Wanneer we weggaan loopt hij met ons mee om ons de weg te wijzen. Tot aan de dorpsgrens brengt hij ons, deze pelgrimsherder, deze visser van mensen. Dan nemenw e afscheid en gaat hij terug en wij lopen verder.

2. Andreas

Andreas ontmoetten we voor het eerst op de Grote Sint Bernard en sinds die tijd hebben we elkaar met zekere, soms grote, regelmaat gezien, samen gegeten en vooral, gesproken.We hebben ontdekt dat er grote verschillen zijn tussen pelgrims en wandelaars. Pelgrims gaan snel de diepte in in hun gesprekken, wandelaarshebben het eerder over het weer en koetjes en kalfjes. Pelgrims zijn bezig met levensvragen, wandelaars willen nog wel eens oppervlakkig zijn.En zo vonden we nog wat verschillen. We zijn openhartig, eerlijk tegen elkaar ook over zaken die met de eigen partner of de ouders te maken hebben. Per gesprek gaan we verder. Andreas luistert erg goed en we merken hoe waardevol dat in gesprekken is. Hij is een zeer succesvol ondernemer (geweest), net in de 40 en is volgens eigen zeggen teveel van zijn eigen ik verwijderd geraakt. Wie ben ik en hoe kom ik daar weer dichterbij, daar gaat het over. Hij blijkt al jaren in Damuls te komen, heeft er een huisje en nodigt ons uit voor een gezellige avond in februari. Andreas is een mens naar m'n hart: open, enthousiast, eerlijk, luisterend, bewogen. Hij komt er wel, ondanks zijn blaren en het geploeter met zijn schoenen.

3. Een kerkhof.

Het is bloedheet en we hebben allebei een kop als een boei van de warmte en het heuvel op - heuvel af lopen. We drinken water zoveel als we kunnen, maar dar koelt het hoofd niet vanaf. We naderen een dorpje en daar doemen de muren van een italiaans kerkhof op. We weten inmiddels dat er op bijna elk kerkhof een kraan is en dus............. Wij naar binnen. We zoeken allebei langs een kant en vinden ook hier een kraan. Hoed af, bril en horloge ook en dan hoofd er onder, totdat het water aan alle kanten ons shirt in loopt: zalig! Gek idee: levend water op een plek voor de doden.

4. Vlinders.

Zomaar ineens twee vlinders op het pad. We stoppen, zij gaan door met wat ze doen. Het ziet er uit als een paringsdans. De ene, de grootste zit stil, met gevouwen vleugels en de ander, de kleinere staat voor hem (haar?) en buigt naar voren om snel met de vleugels de vleugels van de ander aan te raken. dat gaat enige tijd door, dan vliegen ze op, nog dichter voor mijn schoenen en hethaalt het hele spel zich. Dat is nou echt de moeite waard om naar te kijken. dat doen we dan ook een hele tijd, totdat de weg ons verder roept.

5. Don Giovanni.

Wanneer weAulla inlopen en zoeken naar het pelgrimshuis komt er een priester naar osn toe lopen: Pellegrini? Si, bent u Don Giovanni? Hij lacht breed. Inderdaad dat ben ik. Of we maar mee willen komen naar de kerk. Willen we koffie, thee, water, fris? Graag fris en koffie. In zijn kleine, maar fraai ingerichte museumpje zorgt hij voor de frisdrank en de espresso. De kerk en onze slaapzaak zijn de enige twee gebouwen die een geallieerd bombardement in de tweede wereldoorlkog hebben doorstaan, de rest van Aulla lag plat, helemaal in puin. Daarna toont hij ons de slaapzaal: twee kamers met elk 15 bedden. Ook onze Franse vrienden liggen er al. Wij kiezen voor de andere slaapzaal. De bedden zakken flink door, maar voor een nacht moet dat maar kunnen. Don Giovanni vraagt of we naar de dienst komen en wil onze namen weten, voor straks, voor het gebed. Om zes uur schuiven we achterin de kerk aan. Hij heeft nu duidelijk een andere roldan de vlotte joviale iedereen aansprekende Giovanni van daarstraks. Onze namen noemt hij niet. Gek dat je daar toch op zit te wachten en hem dat in eerste instantie kwalijk neemt. Maar dan: misschien heb ik het wel helemaal verkeerd verstaan. Of hij is het vergeten: ook priesters zijn maar mensen.

Cor